Door: Antoinette Pernot
(Voorzitter departement Amsterdam en lid van het Landelijk
Hoofdbestuur).
Eigenlijk gaan de roots van de NMNH terug tot 1752, toen in
Haarlem de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen werd opgericht. In 1777
werd een afzonderlijke afdeling ‘De Oeconomische Tak’ opgericht, de directe
voorloper van de NMNH. Het was een erkenning voor de winnaar van een prijsvraag
uitgeschreven in 1771 die door dhr. H.H. van den Heuvel gewonnen was. De vraag
was hoe het economische verval waar Holland in was geraakt, ten goede te keren.
Hij stelde voor om een nationaal gerichte handels en nijverheidspolitiek
op praktische leest geschoeid. Nu honderden jaren later is men het nog
niet eens over wat ‘Oeconomisch’ precies inhield. Het was een verzamelnaam van
allerlei activiteiten om de vaderlandsche economie weer op gang te krijgen met
vooral producten van Hollands fabricaat. Het was een kopie van de Britse
‘Society for Arts, Manufacture and Commerce’ en men ging voortvarend te werk.
Met bijna 3000 leden die elk 2 dukaten betaalden was het een rijk genootschap.
Er werden naar Brits voorbeeld prijsvragen met beloning uitgeschreven om de beste
ideeën naar boven te krijgen. Er werden honderden Oeconomische winkels opgezet
door heel het land die vooral Hollandsche waar verkochten. Erg lang bleven ze
niet bestaan, de producten waren van inferieure kwaliteit. Er werden weer
prijsvragen uitgeschreven om hier het hoofd aan te bieden. Heden ten dage met
de kennis van nu zouden we dit vast beter doen!
De parallel met die tijd is dat de economie van Holland in
verval was geraakt na een periode van ongekende welvaart. De NMNH heeft door de
eeuwen heen goede adviezen kunnen geven door bijdragen van de leden en wellicht
is het weer tijd om specifieke prijsvragen uit te schrijven met een passende
beloning voor de winnaars. Want dat we weer in verval zijn geraakt is na 4 jaar
banken crisis, economische crisis, euro crisis en landelijke schulden crisis
wel duidelijk. Laten we de gezamenlijke kracht van al onze leden verenigen in
het generen van ideeën die ons minstens een eeuw welvaart bezorgen!