maandag 13 augustus 2012

Oeconomische kansen voor de NMNH?

Door: Antoinette Pernot
(Voorzitter departement Amsterdam en lid van het Landelijk Hoofdbestuur).

Eigenlijk gaan de roots van de NMNH terug tot 1752, toen in Haarlem de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen werd opgericht. In 1777 werd een afzonderlijke afdeling ‘De Oeconomische Tak’ opgericht, de directe voorloper van de NMNH. Het was een erkenning voor de winnaar van een prijsvraag uitgeschreven in 1771 die door dhr. H.H. van den Heuvel gewonnen was. De vraag was hoe het economische verval waar Holland in was geraakt, ten goede te keren. Hij stelde voor om een nationaal gerichte handels en nijverheidspolitiek  op praktische leest geschoeid. Nu honderden jaren later is men het nog niet eens over wat ‘Oeconomisch’ precies inhield. Het was een verzamelnaam van allerlei activiteiten om de vaderlandsche economie weer op gang te krijgen met vooral producten van Hollands fabricaat. Het was een kopie van de Britse ‘Society for Arts, Manufacture and Commerce’ en men ging voortvarend te werk. Met bijna 3000 leden die elk 2 dukaten betaalden was het een rijk genootschap. Er werden naar Brits voorbeeld prijsvragen met beloning uitgeschreven om de beste ideeën naar boven te krijgen. Er werden honderden Oeconomische winkels opgezet door heel het land die vooral Hollandsche waar verkochten. Erg lang bleven ze niet bestaan, de producten waren van inferieure kwaliteit. Er werden weer prijsvragen uitgeschreven om hier het hoofd aan te bieden. Heden ten dage met de kennis van nu zouden we dit vast beter doen!

De parallel met die tijd is dat de economie van Holland in verval was geraakt na een periode van ongekende welvaart. De NMNH heeft door de eeuwen heen goede adviezen kunnen geven door bijdragen van de leden en wellicht is het weer tijd om specifieke prijsvragen uit te schrijven met een passende beloning voor de winnaars. Want dat we weer in verval zijn geraakt is na 4 jaar banken crisis, economische crisis, euro crisis en landelijke schulden crisis wel duidelijk. Laten we de gezamenlijke kracht van al onze leden verenigen in het generen van ideeën die ons minstens een eeuw welvaart bezorgen!