maandag 10 juni 2013

De zinnelijke orde dient zich aan

Theorie-U, de lerende organisatie, Socrates in de Boardroom en mindfulness op de werkvloer; het zijn allemaal wegen waarlangs de nieuwe orde zich aandient.

Ik noem die nieuwe orde ‘de zinnelijke orde’ en wel hierom.
1.Het is Stephen Covey geweest die eind vorige eeuw onze ogen heeft geopend voor sturen op ZIN (doel) in plaats van louter sturen op GROEI of op TAKEN.
2. Maar ZIN heeft ook met ‘zinnen’ te maken, onze lichamelijke en zintuiglijke kant.
3.En ZIN duidt op zingeving; de ‘why vraag’ van Simon Sinek.

Ik wil pleiten voor een plek voor ZIN naast –en niet onder- de ratio als leidraad voor sturen en handelen in organisaties. Als kinderen van Plato en Kant konden wij lange tijd niet anders dan het verstand superieur verklaren, maar dat is aan het veranderen. Ik wil geenszins afdingen op het belang van het verstand, maar ik denk dat we geëvolueerd zijn.

Er staat een nieuw paradigma voor de deur
Er staat een nieuw paradigma voor de deur en dat is de zinnelijke orde. Wie goed om zich heen kijkt ziet het. Naast de rede weten steeds meer mensen hun zinnen te gebruiken om zichzelf en elkaar  te begrijpen. En dat mag nu ook. Het lichamelijke, de zintuigen en de organen zijn niet langer taboe. We mogen onszelf als geheel van gedachten en gevoelens, van lichaam, lusten en verlangens zien. Aldus dient de zinnelijke orde zich aan waarin we elkaar in alle vrijheid kunnen ontmoeten en de rede nog wel nodig hebben, maar niet om het zinnelijke in te dammen.

Hoe werkt ontmoeten via de zinnen? Door gebruik te maken van de wijsheid van buik en hart bijvoorbeeld. Doordat mensen zó empathisch zijn dat ze elkaar woordeloos aan kunnen voelen, van lichaam tot lichaam. In sommige Aziatische levensovertuigingen is elk orgaan verbonden met een specifieke gemoedstoestand: woede huist bijvoorbeeld in de lever en angst in de nieren. In het westen kennen we deels al deze visie: we kennen het hart als woning van liefde en verdriet en de buik als plek van verlangen en onzekerheid. Tot voor kort waren we bang die zinnelijke wereld te benutten om onszelf en elkaar beter te kennen. Want wat als er geen bodem is die ons opvangt en op één of ander spoor houdt? Het afbreukrisico is te groot!
Maar gelukkig worden we ons steeds bewuster van de wijsheid van ons lichaam. Het enige wat tussen onszelf en die wijsheid in staat is de behoefte aan houvast aan de ratio, aan ons beperkte bewustzijn. Nietzsche was een voorloper en noemde de ratio het kleine verstand en het lichaam het grote verstand.
Zinnen als houvast in ethiek en beslissingen

Ik denk dat we de rede maar deels nodig hebben om ethische wezens te zijn. Ik denk dat het zinnelijke óók een eigen zelfcorrigerend principe heeft; een eigen bodem en wel 'de ziel'. De ziel die volgens Plato gelokaliseerd is in buik, hart en hoofd. Dus nu eens niet de ziel als iets bovenzinnelijks maar juist als zinnelijk principe. Kleuren, geluiden, geuren, vreugde, pijn, angst, weemoed en verlangen; elke dag slaan we via de zintuigen en gevoelens levenservaringen op en die helpen ons uiteindelijk om steeds beter 'het juiste midden' te bepalen. Het juiste midden dat volgens Aristoteles het kenmerk van excellentie is. Het midden tussen teveel en te weinig; tussen goed en kwaad; tussen wijs en onzinnig; tussen macht en machteloosheid, tussen overmoed en lafheid. Dát midden waar de vrijheid heerst om elkaar werkelijk te ontmoeten.

Marlou van Paridon, filosoof MA, www.schitteringfilosofie.nl 

Deze blog bevat ideeën uit mijn boek 'de ZIN aan het werk., ISBN 9789080419605
Met Schittering Filosofie wil ik mensen en organisaties bewegen om te leven en werken vanuit eigen identiteit en zingeving. Ik meen dat excellentie ontstaat waar persoonlijke en collectieve zingeving in organisaties samengaat.